Toen ik het voor de eerste keer hoorde, werden mijn lachspieren geactiveerd. Hoe kom je erbij om zo iets te verzinnen? De maaksters met hun “dichtersgaven” konden destijds niet bevroeden dat ze met hun fonetische schrijfwijzen probeerde een “kolderrijm” te maken met als toepassing op inwoners van Hegge in +/-1939. Nu 65 jaar later nog steeds bekend is bij verschillende oudere inwoners in onze straat. Dat het rijm nog steeds bekend is duidt erop dat het ook wel destijds de nodige lachspieren zal hebben aangewakkerd en in de smaak viel.
Het kolderrijm begon links vooraan in de Heggerdorpstraat waar destijds de familie Zef en Martha Smeets met hun gezin woonde en waar hun zoon Jean nu woont in zijn ouderlijk huis. Het was het eerste “boerehoes” als men Hegge binnen kwam. De gecementeerde/geverfde voorgevel met het poortgebouw rechts aansluitend met verschillende ramen strekt zich uit langs de straatkant. “Een hoes dat mit de sjtraotgrens is mit gebouwd”. Gezien het poortgebouw niet haaks op de woning aansluit.
Uitstrekkende en oplopende langs ieder huisgezin tot aan de laatste grote boerderij einde Hegge op de grens van Schinnen en Spaubeek waar de bierbrouwer Edmond Geurts en zijn familie woonde (thans familie Jo Croussen) werd iedere familie opgenomen in het kolderrijm.
Hierna werd ieder huisgezin aan de rechterkant van het begin tot het einde opgenomen van de straat in het koldergedicht te beginnen vanaf het eerste huis waar destijds de familie Leo en Lies Kirkels woonde met hun groot gezin woont (thans de familie K. v.d. Elzen) gezien dit het eerste huis was aan de rechterkant om te eindigen tot bij het laatste huis in Hegge waar Hub en Bertha Waltmans woonde, die er een winkel hadden “in etens grut”.
Mijn nieuwsgierigheid was aangewakkerd om aan de weet te komen wie dit kolderrijm gemaakt zou kunnen hebben. Hiervoor moeten we 65 jaar terug in de tijd en wel in de lange winteravonden van 1939, als drie jonge meiden in de grote keuken op de boerderij van Coumans Eed in Genèk te weten de gezusters Mia en Rika Notermans tesamen met Lieske Debets het onderstaande kolderrijm aan/op het papier toe vertrouwen.
Op een zondagmorgen bezoek ik Mevrouw Rika v.d. Camp-Notermans in haar woning te Hegge. De jonge dame van destijds heeft nu de gezegende leeftijd van 80 jaar en woont bijna haar hele leven in Hegge om me het verhaal te laten vertellen over hun “kolderrijm”. Op haar uitdrukkelijke wens moet ik schrijven Rik van Notermans. “Jederein weit dan in Genèk wei ich bïn jong” aldus de goedlachse Rika.
Ze vertelde me dat ze ongeveer 17 jaar oud was toen ze dit kolderrijmpje samen met haar zus Mia en Lieske Debets die enkele jaren ouder was en als “maat” op de boerderij werkte in de winteravonden gemaakt hebben aan de grote keukentafel op de boerderij van Coumans Eed in Genèk.
Door de “fonetische” schrijfwijzen en uitdrukkingen die ze toepasten, kan en wil ik het kolderrijm niet beïnvloeden, of veranderen, gezien anders afbreuk zou kunnen ontstaan. Wel wil ik opmerken dat het kolderrijm nu als leidraad kan fungeren als men zou willen weten welke families in 1939 woonde in Hegge.
“Het kolderrijm is spelenderwijs ontstaan. In de winteravonden amuseerden we ons met allerlei spelletjes te bedenken. Ik moet toegeven dat Lieske en mijn zus Mia de meeste “complette” wisten aan te dragen. Hadden we weer een complet gevonden dan lagen we in een deuk van het lachen.
Rika glundert nu nog steeds bij het vertellen van haar verhaal uit haar jeugd.
Ja, we waren in onze jeugd gauwer tevreden dan de jeugd van nu met hun draagbare telefoons en computers. We wisten ons te amuseren en bezig te houden met allerlei spelletjes.” Aldus Rika.
Om zich een beetje te kunnen oriënteren in welk huis iedereen woonde in 1939 heb ik de huidige huisnummers van 2005 achter ieder complet vermeld.
We beginnen links vooraan in Hegge Martha van Smeets is een zuinig mins Dat geleuf ich neet Martha guf niks onnudig oet Bie Smeets is ummer get los Dat weet ich allang Van Martha hubbe veer nou zat Doe bes mich een ouw mem De hinne van os legge biekans geen eier Dan laot ze mer renne ’t Heit mich get te zegge Heije veer mer een gaow kat Hier leupt nog zo’n schoon Hie leupt oog nog zo’n priej Bring mich ens een schenske Hie hubste ooch nog een schans Bring dich die vlaai ‘ns Gil Doe bis mich een ouw mem Rechts vooraan in Hegge Ich heup eumer zo’n lekker spies Ich bak ter mer drie Rieste vlaai heb ich geer Bakke is geen kunst Ich doon ’t ooch geer Ich lek mich leever in de koetsj Maakt Trieneke dich dan neet wakker Dat is eene rakker Behalve es ’t kindje kwaakt Oost West thuis Best Dou lik mich nieks aangelegen Heem blieve is oog mer scheis Het is mich get Ich goan leever mit de fits Dan brikste ooch nog een rub |
Zie hier weer een voorbeeld van enkele/oud inwoners van onze straat, die het gezamenlijk mogelijk hebben gemaakt om bij te dragen aan aflevering 6 van “Auw Herinneringe oet Genèk”.
Wie niet op het verleden durft terug te zien, kan het heden niet bevroeden.
Want het heden komt steeds uit het verleden! (ver. P)
Bedankt, Poal
Bron namens:
Rika vd. Camp-Notermans, Hegge nr. 48
Opgetekend:
Paul Potten, Hegge mei 2005.